In Amstelodamum 3-2016:
Dorothee Oorthuys, De bouwbeelden van het Rode Blok aan de Harmoniehof
Monumentenzorg schrijft in 2004 niet erg lovend over het Rode Blok van architect Barend van den Nieuwen Amstel. De dienst spreekt van één gebeeldhouwde console en van enkele vergaarbakken van hemelwater met figuratief bouwbeeldhouwwerk. De beelden zijn gemaakt van beton in plaats van graniet, kalk- of tufsteen zoals ornamenten elders in Amsterdam-Zuid. Dorothee Oorthuys is geïntrigeerd: het materiaal is goedkoop en de beelden kunstig en geestig.
David Mulder, Controversiële bouwplannen op de Weteringschans
Op de plek van de door velen verfoeide kantoorvilla’s Peper en Zout, van de eind vorig jaar overleden architect Frans van Gool (1922-2015), stonden oorspronkelijk twee negentiende-eeuwse villa’s. Op de plaats van een daarvan had in de jaren dertig een flatgebouw van tien verdiepingen moeten verrijzen, dat er – ook na de nodige kritiek – toch niet gekomen is. David Mulder beschrijft hoe de discussie over dit gebouw het ontwerp van de kantoorvilla’s van Van Gool beïnvloedde.
Gert Eijkelboom en Gerrit Vermeer, De Parkzaal in de Plantage: musiceren in de natuur
Iets ten noorden van het Wertheimpark stonden tussen 1816 en 1912 achtereenvolgens het Parkgebouw, de Parkzaal en de Parkschouwburg. Tot 1848 verzorgde C.M. van der Brugh in het Parkgebouw een programma met zowel serieuze als lichte muziek. Daarna voerde J.E. Stumpff de directie. Hij liet in 1850-1851 de Parkzaal verrijzen, waarin hij muziek met alle denkbare middelen tot leven bracht. Zowel Van der Brugh als Stumpff beschouwden het Park zelf als hun belangrijkste zaal: uitvoeringen in het groen genoten in die tijd, kort voor de opkomst van de concertzalen, een grote populariteit in binnen- en buitenland. De gelijkenis van de Parkzaal met een oranjerie is daarom niet toevallig volgens Gert Eijkelboom en Gerrit Vermeer.
En verder: Het Amsterdam van voormalig stadsecoloog Martin Melchers en boekbesprekingen van onder andere De waarheidszoekster over Henriette Boas.