Digitaal archief

Uw zoekacties: Jaarboeken en Maandbladen

Jaarboeken en Maandbladen

beacon
24  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1916; p. 47
Datering:
1916
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
003
Jaar:
1916
Pagina:
47
Joden zijn die boeven in meerderheid niet geweest, dan had men ze wel anders geleerd, maar er zijn locale invloeden in het spel. De wijken,die de Joden bij hun komst als woon-plaats ( woonplaats ) aangewezen zijn. in Holland dan niet door poorten van de andere wijken afgesloten, lagen inde steden naast of inde z.g. lichte buurt; beide buurten grensden aan wat toen-maals ( toenmaals ) de rand van de stad was. Men kan het nu nog op de kaart zien. Neem Amsterdam : de Nieuwmarkt is de noordgrens van de jodenhoek ongeveer; daar is de grens ook van Zeedijk en aanliggende stegen, daar is de kelder van Moeke Kommers, waar Lam-brechts ( Lambrechts ) Hurrelbrinck indertijd zoo knusjes zat te praten, daar is het forum van slaap-stee-houders ( slaapstee-houders ) en dergelijke verdachte inrich-tingen; ( inrichtingen; ) de Hoogstraat door en ge bereikt langs Achterburgwal en de Pieter-Jakobsstraat, de Nes (nu is alles veranderd, maar die ver-andering ( verandering ) is nog geen twintig jaar oud). Nu heeft bij de Joden zelf de St. Anthoniesbree-straat, ( Anthoniesbreestraat, ) heel lang geleden, ineen niet al te gunstigen roep gestaan; sluishandelaren (be-doeld ( (bedoeld ) wordt de St. Anthoniessluis, sluis hier werkelijk: sluis, niet alleen brug) is nooit een epitheton ornans geweest; niet de betere elementen van de kooplui woonden vroeger daar, die woonden zuidelijker inde jodenwijk. Dr. Slijper wijst ten bewijze van zijn nieuwe ~wijk-theorie” ook nog op Den Haag, Rotter-dam ( Rotterdam ) en Groningen, waar ’t nog erger is; daar hggen ghetto en lichte buurt niet naast, maar m elkaar. Uit het vocabularium der jongens van de vlakte laat zich deze bewering, volgens schrij-ver, ( schrijver, ) zelfs bewijzen ; ook hier ligt inde taal s volks ziel. Basserool is in het bargoensch een voornaam man. Het woord is een ver-bastering ( verbastering ) van bar-jisroëil, zoon van Israël, Israëliet, Jood. P
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1919; p. 71
Datering:
1919
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
006
Jaar:
1919
Pagina:
71
draaiorgel en harmonika. De toffe jongens brassen met de „nikkers”, de Maleiers, de Chineezen en allerlei vreemd volk, dat aan het passagieren is en op den Zeedijk achter de roode gordijnen der danshuizen zijn offer brengt aan den Zaterdag-avond. „Inden Jodenhoek is, in dezen tijd van lange avonden de Zaterdag-avond al heel karakte-ristiek. ( karakteristiek. ) „Er heerscht de rust van den Sjabbes. Winkel aan winkel heeft nog de gordijnen neer, totdat de zon geheel zal zijn ondergegaan. In vele winkels echter wordt, zoodra het maar eenigszins schemerig wordt, het licht ont-stoken. ( ontstoken. ) Op den weg slenteren families in Paasch-best, die in hun eigen buurt het rustige einde van hun Zondag genieten. Maar inde zijstraten en stegen staan kar aan kar en daar worden de „Meikersen bruin en mooi” gevent en de karsausjes en de dadels en alles wat aftrek vindt. Dat pêle-mele van rustig wande-lende ( wandelende ) zondagsmenschen en ijverige straat-kooplui, ( straatkooplui, ) de warrige afwisseling van zondags-winkels ( zondagswinkels ) en markt-gewoel geeft dit stadsdeel iets buitengewoon rommeligs, maar een karakteristieken, geheel eigen, een schilder - achtigen rommel. „Glanspunten van den amsterdamschen Zaterdag-avond zijn vooral de markten. „Aan de voeten van het grijze Waag-gebouw op de Nieuwmarkt krioelen de honderden tusschen de tentjes, waar meesteressen en meesters van het marktverkoopersgild met oostersche emphase de duurzaamheid, den spotkoop, de heerlijkheid van de waar over de daken schreeuwen. Zelfs uit de verst-verwijderde ( verstverwijderde ) stadsgedeelten komen hier de kooplustigen. Het straat-publiek op de Nieuw-markt ( Nieuwmarkt ) vertoont op den Zaterdag-avond al evenmin als anders een eigen typisch beeld, omdat de suggereerende invloed van de Nieuw-markt ( Nieuwmarkt ) ver buiten de buurt uitgaat en zelfs ver buiten de stad. „Dat is al weer anders op de markt inde Albert Cuypstraat, a
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1927; p. 78
Datering:
1927
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
014
Jaar:
1927
Pagina:
78
leiding tot zelfstandige pachters, zoogenaamde vrijboeren. In 1827 waren 497 gezinnen en 385 daarbij ingedeelde weezen geplaatst, waarvan 60 gezinnen en 4 weezen uit Amster-dam. ( Amsterdam. ) Opmerkelijk is het groot aantal Joden, zeker voornamelijk uit de hoofdstad. Dezen werden geconcentreerd in Willemsoord, waar in 1838 een school voor hen werd gesticht, tevens als synagoge gebruikt, waaraan een Joodsch godsdienstonderwijzer verbonden werd. Hog heden heet een deel van het dorp ~de Jodenhoek”, hoewel er geen enkele Israëliet meer woont. Van den Bosch heeft zich niet tot deze catagorie van hulpbe-hoevenden ( hulpbehoevenden ) beperkt. In 1820 werd de Ommerschans, een verlaten fort, tot bedelaars - kolonie ingericht, spoedig gevolgd dooreen te Yeenhuizen. Ook voor deze kolonie leverde Amsterdam zijn contingent. Het groote Werkhuis inde Roeterstraat, gebouwd in 1779 tot 1782, dat in 1817 nog 1222 personen had moeten opnemen, zag zijn bevolking geleide-lijk ( geleidelijk ) afnemen. Het verloor zijn karakter van „huis van detentie en correctie” en kon zich voortaan bijna geheel bepalen tot het verschaffen van arbeid aan werkeloozen. De bede-laars ( bedelaars ) werden inde koloniën van Weldadigheid onderhouden, voor ongeveer de helft van de kosten, welke hiervoor in het Werkhuis noodig waren. Inde bedelaarskolonies werden, behalve gevonnisden, ook vrijwilligers opgenomen. De Amsterdamsche commissaris van politie Ohristiaan Sepp Jz. maakte voor deze laatste categorie ijverig propaganda, te veel zelfs, want hij beloofde meer dan waartoe hij gerechtigd was. Sepp heeft twee bede-laarstransporten ( bedelaarstransporten ) beschreven, die onder zijn geleide overgebracht werden, een inden winter in karren over de Yeluwe en een in het voorjaar over de Zuiderzee. Van veel ingrijpender belang voor Amsterdam waren echter de weezengestichten te Yeenhuizen, in 1823. Het Aalmoezeniersweeshuis beantwoordde niet meer aan zijn be-stemming. ( b
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1931; p. 360
Datering:
1931
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
028
Jaar:
1931
Pagina:
360
inde Jodenhoek, ’t Zuiderdeel van de Jordaan enz. waren alle eerepoorten en straatversieringen verdwenen, maar Kattenburg, de Willemstraat, de Zandhoek en het grootste deel van de Ridder- en Jonkerstraat prijkten nog in volle glorie. Men zegt, dat de Burgemeester een bode had gezonden met de last, dat Woensdag of Donderdagavond alles weg moest zijn en dat men antwoordde met leukweg te vragen: „En als ze met weg zijn, wat dan?” als wel wetende.dat men even moeijelijk de ongehoorzaamheid m deze zou kunnen durven straffen als door stadswerkvolk de handen aan de eerepoorten laten slaan. De zaakwas, dat het volk plan had alles te laten staan tot de komst van den Koning, die Dmgsdag 8 April in stad kwam.... en Z.M. op t gezicht van t verlepte groen te tracteren (hoewel ik van achteren moet zeggen, de sparren, dank zij de veelvuldige regen, zich heel fnsch hebben gehouden). Het stadsbestuur vond toen ’t verstandigste om te publiceren, dat het geoorloofd was die versieringen te laten staan, waar niet bij gebedeld was. Dit was alleen voor hen onaangenaam, die niet gebedeld hadden, maar wier eere-poorten ( eerepoorten ) reeds afgebroken waren, waarom dan ook de N.Z. Armsteeg b.v. meen der bladen protest aanteekende, dat men hen niet zou aanmerken als wel gebedeld te hebben. Maandags kwam ik de Willemstraat nog door, waar het decoratief al vrij wat geleden had, maar dit zal wel na dien tijd wat opgeknapt zijn. Bij deze gelegenheid zag ik ook de keurige eerepoort op de Prmsesluis, waarvan een afbeelding te nemen wel verdiend was en die met bustes en vlaggen versierd was. Men praatte, dat de Willemstraters den Koning zouden inhalen, de paarden van t rijtuig af spannen en het zelf naar de Willemstraat trekken, maar hier is niet van gekomen; wel had de mtogt met meer omslag dan anders plaats, daar er saluutschoten gelost werden en velen m Oranjepakjes op de Nieuwendijk en de Dam aanwezig waren, ja zelfs de portieren van het rijtuig beklommen. Ik heb hier echter niet van ge
Gevonden alinea's: 1