‘Je hebt voor een heel weeshuis gekookt’, zeggen wij als iemand overdreven veel eten heeft klaargemaakt. Maar heeft u er weleens over nagedacht wat een klus het is om de was te doen voor een heel weeshuis, zonder wasmachine? Milja van Tielhof wel, ze deed er bovendien grondig onderzoek naar. In deze aflevering van Amstelodamum laat ze zien hoe het Amsterdamse Aalmoezeniersweeshuis het wassen van kleding en lakens organiseerde in de periode 1666-1760. En ze beantwoordt de vraag uit de titel van haar artikel: werd de was wel schoon genoeg?
Het stadsbestuur van Amsterdam ving behalve weeskinderen ook andere onfortuinlijke stadgenoten op. In het Nieuwe Werkhuis
aan de IJgracht (1654-1782) werden kleine criminelen, vooral jongeren, opgesloten, met als doel ze op den duur weer terug te laten keren in de samenleving. Een andere naam voor dit tuchthuis was ‘Willige Rasphuis’, omdat men er op eigen verzoek (vrij-willig) ontsporende familieleden kon laten opnemen. Cees Paardekooper onderzocht of de ideeën van rechtsfilosoof Dirck Volckertsz Coornhert (1522-1590) van invloed waren op de aanpak in het Nieuwe
Werkhuis.
In de chique tegenhanger van het Aalmoezeniersweeshuis, het Burgerweeshuis, huist tegenwoordig het Amsterdam Museum. Dat museum heeft radicale verbouwingsplannen, die in de museale en erfgoedwereld tot wisselende reacties hebben geleid. Hoewel er geen authentiek materiaal verloren zal gaan, maakt Hanneke Ronnes zich ernstige zorgen. De verbouwing van het museum zal namelijk wél de structuur van het complex aantasten, die deels
stamt uit de middeleeuwen. Dit zal op den duur leiden tot sloopspijt, zo betoogt zij.
Behalve haar Amsterdamse notitie bevat dit nummer nog twee vaste rubrieken, het vertrouwde Amsterdam van, dit keer verzorgd door architect Herman Hertzberger, en het nieuwe Kort Amsterdams over een groep bijzondere objecten uit een Amsterdamse schutterijfamilie.